En ja, het is gelukt, ik ben veilig en wel terug aangekomen in hometown Beerse! De vakantie met Frank, het afscheid van de kinderen in de Albergo, de ellenlange reis en de razend hete standjes aan de Mexicaanse douanebalie – de laatste weken zaten vol overweldigende ervaringen… En dan heb ik nog niks gezegd over mijn thuiskomst! Thuis zijn doet ongelooflijk deugd , maar voelt ook ‘n beetje vreemd aan. Misschien juist omdat er zoweinig veranderd lijkt, terwijl ik naar mijn aanvoelen een eeuwigheid ben weggeweest… OK toegegeven, iedereen lijkt hier wel gegroeid en verbleekt, maar daarmee is geen enkel karaktertrekje uitgevaagd. Er hangen andere foto’s aan de muren, maar met daarop vertrouwde gezichten. De boer komt nog steeds elke week met de tractor onder mijn kamer langs, al staat er nu hooi in plaats van maïs op zijn veld. En Tess mag dan een pak dikker geworden zijn – hij is nog altijd onze hond en herkende me vanaf het eerste ogenblik. Al een geluk.

Dezelfde dag dat ik mijn voorlaatste berichtje postte op El Explorador, vertrokken Frank en ik naar het schiereiland Yucatan. Campeche, een koloniaal stadje aan de baai van Mexico, werd al snel verlaten om richting onontgonnen binnenland te trekken. Toeristen laten dat stuk doorgaans links liggen, en in de bloedhete lentemaanden komt er al Xtacumbilxunaan - goed verstopthelemaal niemand. Dus waren we donderdagmiddag de eerste bezoekers van de dag in de Grotten van – tanden bijten – Xtacumbilxunaan. De privé-rondleiding in die pasgeopende onderaardse gewelven deed de Stanley in Francobollo al onmiddellijk ontwaken! ’s Avonds kwamen we dan ook nog eens terecht in het politiek dorpsfeest van de lokale gouwheer, dus de pret kon niet meer op. De dag daarop begonnen onze maya-exploraties, op de sites van Labna, Xpalak, Sayil, Kabah en Uxmal – prachtige paleizen en tempels. Samen met Palenque, Tikal en Caracol uit de kerstvakantie en Chichen Itza dat iets later zou volgen, heb ik nu bijna alle restanten van de mayacultuur wel kunnen bewonderen… Diep respect, zeg ik dan.

Na Uxmal volgde Merida, culturele hoofdstad waar elke avond de helft van de inwoners op straat aan het volksdansen slaan, aangemoedigd door de tientallen straatorkestjes die elk pleintje in vuur en vlam zetten. Ik schafte nog snel een persoonlijke hangmat aan, alvorens de steven oostwaarts te keren richting Chichen Itza, de belangrijkste maya-vindplaats Francobollo in de afdaling van de Tovenaarspiramide - ook al “strictly forbidden” :)in Mexico. Het belangrijkste gebouw daar – de Piramide van Kukulcan, pas genomineerd als 8e wereldwonder – mag sedert een jaar echter niet meer beklommen worden, nadat een net iets te fotogenieke Japanse toeriste in 2005 een stapje teveel achtuit zette. “Zonde”, verzuchtten Garibaldi en Francobollo, en ze vatten het plan op bij het krieken van de dag toch een poging te wagen. Maar daarbij werden we achternagezeten door een Duits kind, dat zich bovenop de piramide iets te gewillig liet opmerken en daarbij jammer genoeg de aandacht trok van het grondpersoneel, dat in een mum van tijd bovenop de piramide stond en ons zowaar het park uit kegelde. ’s Anderdaags zijn we dan nog eens teruggekomen om al de rest in volle glorie te aanschouwen… .

Vanaf Chichen Itza ging het over Coba naar Tulum, één van de mooiste Caraïbische stranden in Mexico: hagelwit zand, een zee in tientallen diepblauwe tinten, koksnoten, vers van de palm … en dat alles bekroond door een schitterende maya-Ons hutje op het strandruïne op een rotsklip: we hebben ooit al slechter onderdak gehad 😉 Alhoewel, met het woord ‘onder-dak’ is ook meteen alles gezegd. We hingen twee hangmatten op in een paalhutje met rieten dak op een boogscheut van de branding – and that’s it. “Mike was eaten alive here by mosquitos – June 2005”, het opschrift op de deur voorspelde al niet veel goeds 🙂 Maar soit, de slapeloze nachten werden vergoed door zwempartijtjes in grotgewelven, kayakken en snorkelen door de branding van een verlaten baai en eíndelijk “Diana, de Eenzame Jachtgodin” van Carlos Fuentes uitlezen. Dat was na de afgelopen, soms erg moeilijke maanden, een verademing.

Zondagavond begon Mijn Grote Trek, vanuit Tulum naar Tuxtla (15u bus), Tuxtla – Mexico City (13u bus), Mexico City – Washington (4u vliegen) en Washington – Brussel (8u vliegen). En het was geen parcours zonder hindernissen… . Het weerzien met de jongens in de Albergo was héél enthousiast, de melding dat ik al onmiddellijk terug zou vertrekken iets Ochtend boven de Caraïben - een nieuwe mijlpaal in mijn levenminder. Ik kreeg ondertussen vanuit de hoofdstad de melding dat het goed fout zat met mijn visum, waardoor ik een hoop telefoontjes moest doen. Toen ik daarna ook mijn valiezen had ingepakt, schoot er geen tijd meer over. Daardoor kon ik niet naar het museum, waar de jongens op dat moment zaten, om hen een laatste keer te zien… . Achteraf dacht ik, misschien maar goed ook. Uiteindelijk had ik van iedereen al uitgebreid afscheid genomen voordien. De pijn rekken leek me dan ook niet echt een aanrader, het was al erg genoeg.

Na aankomst in Mexico Stad dinsdag werd het pas echt prettig. Mijn visum was ook 7 maanden nog steeds nergens te bespeuren. Zonder visum of toeristenvisum kan je het land NIET uit. Als ze je al niet in de cel draaien voor illegaal verblijf. De zusters ter plekke hadden de zaak al bij een advocaat gebracht en gingen zelf op bezinning; het was 1 mei dus was ook Immigratie gesloten. De dag erop om 10u ’s morgens zou mijn vlucht vertrekken. Ik had pakken en zakken genoeg om bij te blijven neerzitten, maar ik besloot op de luchthaven de zaak toch maar eens te gaan natrekken – je weet maar nooit.

Het kantoor van United vinden op Aeropuerto Benito Juarez midden in de grootste stad ter wereld bleek al geen sinecure, maar na een uurtje metro-wippen zat ik toch in de buurt. De vriendelijke vrouw achter de balie wist me te vertellen dat Een paspoort volstaat NIET voor een exit richting Belgiëhet verplaatsen van de vlucht een kostelijke grap zou worden. Bovendien had ik geen idee wanneer mijn visum dan wél op de proppen zou komen. Na een tijdje vragen, zagen en bambi-ogen trekken kwam de bediende met een laatste optie voor de dag. Maar het zou wel “risky stuff” worden 🙂 Er bleek ook een immigratie-kantoor op de luchthaven te zijn. Als ik daar zou aankomen met het verhaal dat ik een maand geleden van Tijuana was gekomen (grens VS-Mexico) en nadien mijn toeristenvisum verloren, dan zouden ze mogelijk een nieuw exemplaar geven. Als ze er tenminste intrapten. Indien niet, zou de zaak wel eens heel erg fout kunnen aflopen.

“Wil je nu vertrekken of niet?”, vroeg de hostess, “Af en toe moet je eens risico’s nemen in het leven”. “Hier met die papieren”, zei Garibaldi, bereidde het reisverhaaltje even voor en klopte met lichte stress (toegegeven) aan bij Office 78A – Imigracion. En ongelooflijk maar waar, de brave man – handboeien aan de broeksriem – trapte er vrijwel onmiddellijk in. Vijf minuten later wandelde ik naar buiten met het begeerde velletje: een toeristenvisum dat me ’s anderdaags ’s morgens op de vlucht richting België zou zette. De terugkomst was fantastisch – ik had er echt verschrikkelijk hard naar uitgekeken. En, hilariteit alom, na anderhalf uur hadden er zowaar al drie kranten gebeld voor interviews 🙂

Artikel Gazet Van Antwerpen

Artikel Het Laatste Nieuws

Artikel Het Nieuwsblad 

De komende weken zullen gevuld zijn met het weerzien van zoveel vrienden en familie, het vertellen van sterke en minder sterke verhalen, de aanpassing aan het leven hier, en natuurlijk ook hier en daar eens solliciteren naar een journalistiek postje… . Ik wil ook echt graag nog iets doen met mijn ervaringen. Spreken op geïnteresseerde scholen of andere instellingen over wat ik heb beleefd – net als deze site, de GVA-blog en de vele verslagen in de gemeentelijke nieuwsbrief – kán bij een aantal mensen interesse wekken voor het thema, een klik maken in het hoofd. Daar ben ik vast van overtuigd.

Dat is het dan. Het voorlopig laatste berichtje. Ik hoop, maar daar ben ik eigenlijk wel van overtuigd, dat ginder voor heel wat mensen een verschil gemaakt heb. Dat ik iets heb nagelaten wat niet simpelweg verdwijnt omdat ik vertrek. Ik geloof dat ik wel fier mag zijn op elke glimlach die ik daar ontlokt heb. En die neem ik zelf ook voor altijd mee. Heel veel dank aan iedereen die de site in de afgelopen maanden zo trouw heeft gevolgd, ontroerd was door de berichten uit het Zuiden en mij af en toe een mentaal ruggensteuntje stuurde. De financiële weldoeners vinden mijn volledige uitgaven terug onder Sponsoring – ook op dat vlak hebben we een heel verschil gemaakt. Weet dat ik ginder ver heel vaak aan een hoop mensen hier heb gedacht. Het was voor mij dan ook een plezier op deze plek regelmatig te kunnen berichten over mijn avonturen. En wees gerust, El Explorador heeft zijn laatste ontdekkingsreis nog niet achter de rug 😉 Adios, en tot gauw,

Wouter